Toen ik Andreas Olsson in oktober 2022 ontmoette in Torquay (Engeland) tijdens het All Slow Bal Weekend, werd ik getroffen door de creativiteit in zijn dans. Zijn focus verschuift naar verschillende instrumenten in de muziek. Andreas gebruikt niet alleen moves, maar zijn hele lichaam om de muziek te vertalen naar zijn dans. Het was erg leuk om hem Slow Bal te zien dansen, en nog leuker om Slow Bal met hem te dansen!
De overgang van alleen je moves doen naar echt dansen en één worden met de muziek, is voor veel dansers een uitdaging. Ik heb hier zeker af en toe moeite mee. Daarom vroeg ik Andreas om wat tips over hoe we onze creativiteit in ons Swing dansen, of meer specifiek: in ons Slow Bal dansen, kunnen verbeteren.
Hieronder vind je de video van het volledige interview (in het Engels). Voor iedereen die liever leest, heb ik dit artikel geschreven. Ik hoop dat je ervan geniet en je geïnspireerd voelt!
“Ik ging begin jaren 2000 naar het London Balboa Festival. Het was enorm en een van Europa’s enige Balboa festivals. Dean Raftery en Ray Cunningham waren er regelmatig om les te geven. Dean en Ray zijn twee van de oldtimers; de originele Slow Bal dansers. Dean danste met zijn vrouw Nancy en Ray met Darleene Lind. Zij zijn de belangrijkste bronnen voor Slow Bal die we vandaag de dag hebben. We weten dat er meer dansers waren, maar we weten niet wie ze zijn.
Ik herinner me dat ik lessen volgde bij Dean en Ray. Ik begreep toen niet echt veel van wat ze aan het doen waren. Ik concentreerde me op het verbeteren van mijn snelle Balboa. Rond het jaar 2013 besefte ik dat ik mijn ritme als danser moest verbeteren. Een van de manieren om dat te doen, is door langzaam te dansen. Dus stelde ik mijn danspartner, destijds Mette Herlitz, voor om wat Slow Balboa te gaan oefenen. We hadden de routine om elke keer dat we trainden 20 minuten Slow Bal te oefenen. Dus zo begon ik me erin te verdiepen. En onderdeel van die oefensessies was om terug te gaan naar de oude video’s, naar de Londense Balboa-dvd’s. En zo begon ik voor mezelf uit te zoeken wat ze precies aan het doen waren.”
“Ik ben iemand die het leuk vindt om dingen voor mezelf te analyseren en uit te leggen. Ik zie Slow Bal als een langzame Swingdans. We hebben de inspiratie van de originele dansers, maar deze dans heeft ook alles wat bij dansen Swing hoort. Dus dat is voor mij het uitgangspunt.
Toen begon ik naar de dansers te kijken: wat doen ze? Wat doen Dean en Ray? Hoe bewegen zij? Van daaruit heb ik de dans opgebouwd. Ik kan de danspassen ontleden en Dean’s basis zo veel mogelijk proberen te kopiëren. Maar uiteindelijk probeer ik het vooral zoveel mogelijk te begrijpen om er dan mijn eigen versie van te maken, gebaseerd op de onderliggende mechanismen van wat ik zie. Dus ik wil niet precies op dezelfde manier bewegen. Dit is belangrijk voor mij. Ik wil het doen op een manier die bij mij past. En aangezien we maar twee originele dansers hebben, moet ik ook andere bronnen gebruiken.
Ik ben een archeoloog, voordat ik een professionele danser werd. Dus misschien denk ik als een academicus. Slechts twee koppels als bron voor een dans hebben, is voor mij niet genoeg. Dus zoek ik naar andere bronnen. En een van die bronnen zijn mijn eigen gevoelens. Hoe zou ik op deze muziek bewegen? Hoe voel ik me als ik naar een langzame Benny Goodman-ballad of een traag Teddy Wilson-nummer luister?
Ook begon ik naar andere Ballroom vintage dansen te kijken, zoals de Ballroom Blues. Dit is een heel groot hoofdstuk in mijn leerproces geweest. Je moet de stukken samenvoegen uit de bronnen die je hebt. En dit heeft mijn Slow Bal-dansen ingekleurd en vorm gegeven.”
“Slow Bal is in de eerste plaats een Swingdans. De manier waarop je een bluesnummer zou benaderen, is namelijk heel anders. Er zouden meer bewegende heupen zijn en meer asymmetrie in het lichaam. Als ik Dean en Ray zie dansen, is er iets meer polyritmiek in Dean’s lichaam. Maar ze bewegen hun heupen niet veel, het is min of meer gelijk ten opzichte van de vloer. Ze bewegen op hetzelfde horizontale niveau. Ze shufflen, zijn constant in beweging en ze dansen erg ritmisch. Tussen de beats door wordt er veel gedanst, onder andere met vertragingen en andere kleine dingen.
Dean inspireert me in de manier waarop hij zijn triple step maakt. Het is super smooth en er is geen puls. Ik denk dat Ray een beetje meer puls heeft in zijn richtingsveranderingen. Maar Dean’s manier van dansen is zo soepel. Zijn connectie met zijn partner zit vrij hoog en het stelt de volger in staat om de heupen wat meer te bewegen. Ik hou ook van de manier waarop Ray zijn counterbody bewegingen maakt en super strakke turns heeft. Ik probeer geen losse bewegingen te kopiëren, maar de ingrediënten te nemen en ze in een andere volgorde te plaatsen om er zo mijn eigen ding van te maken.”
“Ik vind het super belangrijk om naar de originele dansers te kijken. Er zijn niet veel andere voorbeelden die we hebben van langzame dansen, anders dan de Foxtrot of Tango. Ik denk dat ze echt iets nieuws toevoegen op het gebied van slow dancing.
Het is belangrijk om te weten waar de inspiratie vandaan komt en om de achtergrond en geschiedenis van de dans te kennen. Maar uiteindelijk moet je je eigen artiest zijn als je danst.”
“Bedankt voor het mooie compliment. Uiteindelijk vind ik het leuk om regels te formuleren en ze vervolgens te overtreden. Ik vind het leuk om te spelen. Speelsheid is een geweldige manier om te connecten met je partner en te stoppen met denken. Het is iets dat we als kinderen leren.
Ik weet niet zeker hoe ik creativiteit moet omschrijven. Misschien is het het vermogen om jezelf te verrassen of een pad te vinden dat je nog niet eerder hebt bewandeld in de dans, zoals een nieuwe beweging of stap. Maar uiteindelijk is het hard werken. Iets wat we moeten oefenen.
Als je een nieuwe beweging leert, leer dan tien verschillende manieren om erin te komen en tien verschillende manieren om er weer uit te komen. En leer jezelf dan, tussen de in- en uitgang, tien verschillende manieren om het ritme te veranderen of kleine details toe te voegen. Ontwikkel een heel goede gewoonte om naar je partner te luisteren als je een leider bent, omdat je veel inspiratie kunt halen uit hoe je volger beweegt.
Als je goed voorbereid bent, kun je heel creatief zijn.”
“Ik denk zeker dat Slow Bal dezelfde ruimte voor creativiteit biedt als andere Swingdansen, maar op een andere manier. Als ik dans in een gesloten houding, zal het meer gaan om het volgen en leiden van gewichtsveranderingen, shifts en triple steps in verschillende ritmes en vormen.
Van buitenaf kan Slow Bal er wat gesloten uitzien. Als volger volg je, en dat is het. Maar als je kijkt naar wat volgen en leiden echt betekent, dan zie je dat het een dialoog is. Dus als je volgt zeg je iets met hoe je beweegt. Er is niet één manier om te volgen. Er zijn evenveel manieren om te volgen als dat er verschillende volgers zijn, verschillende lichamen, verschillende manieren om naar de muziek te luisteren en de muziek te interpreteren.
Dus iedere stap die ik zet, kan ik op zoveel verschillende manieren uitvoeren. En dit creëert ruimte voor creativiteit. Als volger moet je begrijpen hoe je de leider beïnvloedt, en als leider moet je leren reageren op de volger. Het is als een kettingreactie. Misschien begin ik de dans door een gewichtsverandering te leiden, maar daarna initiëren en reageren we op elkaar.”
“Precies. De volger kan kiezen hoe hij /zij op de leider reageert. Maar de volger kan bijvoorbeeld ook een gewichtsverandering of een triple step in gang zetten. Dit vereist een beetje meer vaardigheid en kennis van de dans om dat te kunnen doen, maar het is mogelijk. Begrijpen waar er ruimte is om te initiëren is niet iets voor beginners, maar het is een ontwikkeling die we hebben doorgemaakt in decennia van Swingdansen. Tegenwoordig begrijpen we iets meer hoe de verschillende rollen, leiden en volgen, zich tot elkaar verhouden. Volgen en leiden is niet zo zwart-wit als we soms denken. Het is een gesprek.
Als we het hebben over leiden en volgen, klinkt het vaak alsof volgen iets passiefs is. Maar binnen de ruimte die ik als volger heb, geniet ik ervan om gewoon de bewegingen van mijn lead te volgen. Ik hoef niet zoveel toe te voegen. Ik voel me niet passief. Het is nog steeds een gesprek voor mij. Wij luisteren naar elkaar. Volgen is geen slappe kopie van wat de leider doet.”
“Op de dansvloer is het mijn partner die me het meest inspireert. De muziek komt op de tweede plaats. Al wil ik natuurlijk wel de muziek volgen. Het is nooit een keuze tussen mijn partner en de muziek. Maar ik voel me vooral geïnspireerd door mijn partner. Je moet op de dansvloer werken en het gevoel hebben dat je met je partner wilt dansen en de 3 minuten van het nummer interessant wilt maken voor jullie beiden.”
“Ik denk dat lesgeven veel inspiratie geeft. Als ik naar andere dansers kijk, krijg ik steeds nieuwe ideeën. Soms kijk ik naar video’s van andere dansers. Meestal Lindy Hop- en Balboa-dansers, maar ik kijk ook graag naar Westcoast Swing. Ik probeer te begrijpen wat Carolina Shag-dansers doen. En ik kijk graag naar al deze geweldige solo-jazzdansers die we in de wereld hebben. Het is allemaal erg inspirerend. Ik dans wat Tango en soms ga ik naar een Milonga. Ik zal voor altijd een veelbelovende beginner blijven, want ik heb geen tijd om lessen te volgen. Maar je krijgt veel ideeën als je gewoon naar andere mensen en andere dansen kijkt.”
“Ja, daar geniet ik van. Ik ben redelijk goed in het bedenken van spelletjes en uitdagingen voor mezelf. Meestal wil ik iets bedenken voor een nieuwe les. Lesgeven is dus een goede motor om aan mijn eigen dans te werken. Tijdens de pandemie heb ik wat oefeningen bedacht om mezelf te trainen. In de lessen kunnen mensen vastlopen in wat de leraren zeggen dat ze moeten doen. Dus een ding dat ik heb geleerd, is om mensen uit te dagen om het echte dansgevoel te krijgen, zelfs als je thuis bent.
Een oefening was bijvoorbeeld om uit te zoeken hoe een specifiek concept in Balboa, zoals stops en freezes, werkt in andere kunstvormen. In het theater bijvoorbeeld. In het theater heeft een stop and freeze een heel andere betekenis. Het is geen stop-motion, maar meer een moment van bezinning. Als we naar visueel ontwerp kijken, kan een freeze een gebroken lijn zijn. In muziek is een freeze of stop meer een pauze. Gebruik dus deze andere kunstvormen om je creativiteit of speelsheid een boost te geven. Natuurlijk is dit maar een voorbeeld. Ik weet niet of het voor iedereen werkt.
Een andere uitdaging die ik graag geef is werken met een specifieke move of beweging, bijvoorbeeld een grapevine, en dan mensen een nieuwe move laten bedenken waar een grapevine in zit. Of ik geef beperkingen, zoals dat je geen in-en-outs mag doen. Of je kunt Slow Bal alleen dansen van triples naar slows, maar niet van quicks naar slows. Geef jezelf kleine beperkingen of uitdagingen en kijk wat er gebeurt. Het dwingt je op een andere manier te bewegen.”
“Ja, luister veel naar muziek. Muziek is belangrijk. Ken de muziek, de structuur en alles wat erbij komt kijken
En de tip die ik al eerder gaf: als je een nieuwe move leert, leer dan ook hoe je deze met iets anders kunt combineren. Zoek verschillende manieren om erin te komen en verschillende manieren om eruit te komen. Werk aan je timing. Doe dezelfde move op verschillende manieren. Uiteindelijk kun je dingen combineren. Je traint je hersenen om dingen in een andere volgorde te doen.
Wees als leider open en nodig de volger uit. Creëer een omgeving waar je open en veilig met elkaar kunt zijn. Dat kan je zelfvertrouwen een boost geven.
Ook belangrijk: neem jezelf niet te serieus. Oefen hard maar lach erom. Soms als ik een dansje doe, laat ik het lijken alsof ik een fout maak en zeg ik sorry tegen mijn volger, ook al deed ik het met opzet. Want vaak als mensen met een docent dansen, zijn ze doosbang. Het is goed om een beetje te nivelleren. Dat maakt de dans een stuk comfortabeler voor ons beiden.
Soms helpt dansen op hele andere muziek ook. Ik bedoel dan andere muziek dan Swing. Andere muziek kan andere emoties en andere manieren van bewegen oproepen die je nog niet in je Slow Bal had, maar die je wel kunt adopteren. Als je bijvoorbeeld probeert om Slow Bal op klassieke muziek te dansen, besef je het belang van ritme. Zo kan andere muziek ook een eyeopener zijn voor iets nieuws.
Een van de dingen waar ik echt van geniet als het om Slow Bal gaat, is dat het mogelijkheden biedt om meer ritmisch te zijn in mijn muzikaliteit. De combinatie tussen slows, quicks en syncopes geeft me het gevoel dat ik een muzikant in een band ben. Ik heb dit gevoel veel meer met Slow Bal dan met Balboa of andere, snellere Swing-dansen. Het is echt geweldig dat hier ruimte voor is in Slow Bal.
Ena ls laatst: leer scatten. Slow Bal lijkt in zekere zin nogal op tapdansen, vanwege het ritmegevoel. Je moet weten waar de syncopatie zit en waar je de nadruk tussen de regels door legt. Als partnerdans heeft Slow Bal deze ruimte en mogelijkheid, en het dwingt je om er goed in te zijn. Als je goed wilt worden in ritmes, leer dan tapdans of Slow Bal!”